Ivan Shishkin is een van de schilders die het licht op zulk een wonderbaarlijke wijze kan vangen. Ik heb er eigenlijk amper woorden voor, en dat is het beste compliment, denk ik. Laatst schreef ik een stukje proza, in de vorm van een brief. Het geeft een beetje weer hoe belangrijk ik het licht vind, hoe ik de eerste zonnestralen van de lente kan opslurpen met een dierlijk genot, vooral wanneer ik na de winter de tol van het hardnekkige slechte weer voel.
Beste vriend...
Je vraagt me, hoe ik door het leven ga. Wel, dat is moeilijk te zeggen, het verandert voortdurend. Als de geweldige zon opkomt, dan ben ik,
zoals men zou zeggen, "positief ingesteld", dan omarmt mij de felheid van de wereld, en geniet ik van de volheid van mijn eenzaamheid (dat is het dichtste dat ik bij geluk kom). Dan begrijp ik, waarom het licht overal als Goddelijk wordt voorgesteld.
Ik, een herfstkind; De zon en het leven van de dag verlieten mij al nog voor dat ik geboren was -waarschijnlijk heb ik een laatste teug gekregen van die grote lavabol die ons zo mysterieus het leven gunt, net genoeg om er zo vroeg al aan gehecht te raken. Deze kortstondige ontmoeting met iets zo genietbaar is waarschijnlijk de oorzaak van mijn melancholische persoonlijkheid . Fijn dat je me verdraagt, trouwens. |
Maar als het regent... ach. De wereld wordt mij te klein, opgedeeld in schuiloorden en in regenoorden. En de hemel loopt over van dat spul dat aan mijn huid kleeft, dat zijn koude door mij heen stuurt en mij herinnert aan het moment waarop ik slechts een lijk zal zijn; Koud en vochtig gaan we heen, warm en vochtig zijn we toegekomen, en wat daartussen zit, dat zou droog moeten zijn -vind ik toch.
Maar inderdaad, die helse zomerdagen, dat zelfs de regen warm is, voel ik mij als herboren, alsof de viezig van me afspoelt, dan was ik mijn angst weg, wanneer de zon zich in elke druppel legt, klaar om zich zo sensueel neer te vleien tegen de dorstige hete aarde aan, zo sensueel dat we de wereld bezwaarlijk het werk van een Christengod kunnen noemen, wanneer de hemel en de aarde één worden en ik zie, dat het goed is.
Maar inderdaad, die helse zomerdagen, dat zelfs de regen warm is, voel ik mij als herboren, alsof de viezig van me afspoelt, dan was ik mijn angst weg, wanneer de zon zich in elke druppel legt, klaar om zich zo sensueel neer te vleien tegen de dorstige hete aarde aan, zo sensueel dat we de wereld bezwaarlijk het werk van een Christengod kunnen noemen, wanneer de hemel en de aarde één worden en ik zie, dat het goed is.
Spijtig dat dat hier niet zo vaak gebeurt. Ik word grijs van dit land, van het grijs in de aarde dat in de hemel weerspiegelt. Dat typische Belgische grijs dat zelfs vers ontluikte fruitbloesems er troosteloos doet uitzien. Lelijk.
Natuurlijk begrijpen de mensen me niet, hoe ga je ook aan een kleurenblinde vertellen wat hij mist? Dan zeggen ze, je bent verwend, jij hebt het geluk gehad schoonheid gekend te hebben. Maar dat is zoals tegen een hoogintelligent iemand zeggen hoe gezegend hij of zij wel niet is. (Meestal zijn ze helemaal niet zo blij me hun 'gave'). Trouwens, we zijn allen op onze eigen manier gezegend, we hebben gewoon elk onze eigen pijnen.
Ik voel me als een vat dat zo vol is van leegte, mijn vriend